Angststoornissen zijn in de psychiatrie de meest voorkomende aandoeningen. Sommige van deze aandoeningen worden fobie genoemd. Het gemeenschappelijke kenmerk van angststoornissen is dat er sprake is van angst. Mensen kunnen zo angstig zijn dat het hun hele leven ontregelt.

 

 

 

Wanneer spreken we van angststoornis?

Angst is een gevoel dat optreedt bij dreigend gevaar. De emotie ontstaat als het welzijn van een persoon direct wordt bedreigd, maar ook als een persoon een situatie als bedreigend ervaart. Als een angst geen reële grond heeft en de betrokken persoon er sociale of beroepsmatige problemen door ondervindt, is er sprake van een stoornis.

 

Prevalentie bij angsstoornis in procenten:

                                           mannen                 vrouwen               totaal

Ooit in het leven                       2.8                         4.7                     3.8

Afgelopen 12 maanden              1.0                         1.5                    1.2

 

Agorafobie:

Angst en vermijding van plaatsen of situaties waarin het lastig om te vluchten, of waar geen hulp is als de betrokkene een paniekaanval krijgt

                                  

Paniekstoornis zonder agorafobie:

Terugkerende, onverwachte paniekaanvallen waar de betrokkene zich voortdurend zorgen over maakt, zonder begeleidende agorafobie

 

Paniekstoornis met agorafobie:

Terugkerende, onverwachte paniekaanvallen waar de betrokkene zich voortdurend zorgen maakt, met begeleidende agorafobie

 

Generaliseerde angststoornis:

Continue en buitensporige angst en bezorgdheid die niet samenhangen met een specifiek object, een specifieke situatie of activiteit.

 

Specifieke fobie:

Klinisch significante angst die samenhangt met blootstelling aan specifieke objecten of situaties

 

Sociale fobie:

Klinisch significante angst die samenhangt met blootstelling aan sociale situaties of situaties waarin de betrokkene moet presteren

 

Obsessief-compulsieve stoornis:

Terugkerende obsessies en / of compulsies.

 

Posttraumatische stressstoornis:

Opnieuw ervaren van een zeer traumatische gebeurtenis vergezeld van verhoogde arousel en vermijding van stimuli die met de gebeurtenissen geassocieerd worden.

 

Acute stressstoornis:

Kenmerken lijken op die van PTSS, maar blijven beperkt tot de dagen of weken na blootstelling aan het trauma.